woensdag 28 februari 2018

AWD - Februari 2018 deel 1

16 Februari 2018: een kleine vos!
Ik vond het al bijzonder om in februari twee maal een kleine voorjaarsspanner (een nachtvlindertje) te zien, 
maar een kleine vos was helemaal een verrassing.
Een onverwacht teken van de naderende lente, hoewel er nog wel koude dagen zouden volgen.
In de vroege ochtend, even na zonsopkomst, scheen de zon op de rode kuif van het grote zaagbek vrouwtje waardoor deze mooi kleurde.
Op een andere dag, in de tweede helft van de middag, zocht een klapekster een mooi uitzichtpunt vlakbij de plek waar ik even een koffiepauze nam.
Koffie gauw opgedronken, camera in de aanslag en plaatjes maken.
Hij koos af en toe een ander uitkijkpunt, goed zichtbaar en veilig (dacht hij).
Ook hier zat hij op zijn gemak.
Korte tijd later ging hij er snel vandoor, achtervolgd door een sperwer.
Hij heeft het overleefd, want later werd hij in de zelfde omgeving weer gesignaleerd.
Een heel "gewone" vogel, genietend van het zonnetje.
Ook merelvrouwen nemen de tijd voor een zonnebad.
Wij waren hier met zijn drieën, de vossen en ik.
Zij waren volledig op hun gemak, ze hoefden niet te bedelen om iets eetbaars.
Ze namen de tijd om zich eens uitgebreid te poetsen.
Het leek net alsof ze elkaar iets toefluisterden, terwijl ze in een richting keken waar absoluut niets gebeurde.
Ze gingen die kant dan ook niet op, maar gingen allebei in een andere richting verder, apart.
Een februarimaand zonder reeën kan ik mij nauwelijks voorstellen.
Ik zoek ze zoals bekend graag op.
Op 7 februari waren rustige kanaaltjes waar geen wind en zon kwamen gedeeltelijk dichtgevroren.
Het gaf mij de kans wat winterse plaatjes te maken.
Schuw, schuw, schuw, wat zijn nonnetjes enorm schuw.
De oogst bleef beperkt tot een plaat van een vliegende non, de andere plaatjes vielen tegen.
Deze opmerkelijke witte bolletjes zag ik in het omringende ijs.
Ik heb geen idee hoe zoiets ontstaan is.
IJskristalletjes zag ik niet veel, maar op enkele plaatsen waren ze afgezet op stukjes riet.
Watervogels op het ijs wilde ik ook graag op de plaat.
Ook al dooide het, meerkoeten vonden hun plekje op het ijs.
Voorzichtig liep er een naar het water, net of hij bang was voor het koude water.
Een andere meerkoet leek zijn rechterpoot snel terug te trekken.
Uiteindelijk was hij dapper en dook hij het water in.
Dodaarsjes durven alleen maar wat verder van het riet en de oever als ze hun omgeving volledig veilig vinden.
Even uitschudden.
Af en toe zag ik een boomleeuwerik, zoals hier op een vroege morgen.
Reeën zoeken vind ik een sport die vooral  's  winters meestal wel succes oplevert.
Het geeft mij altijd een goed gevoel als ik een ree rustig zie liggen en die er niet snel vandoor gaat als zij mij ziet.
Een ree in het zachte ochtendlicht langs de bosrand leverde een mooi plaatje op.
Zoals bekend vertoeft een waterspreeuw al maanden in de AWD.
Als ik hem tegenkom kan ik de verleiding niet weerstaan om er toch weer wat plaatjes van te maken.
Als je hem een poosje volgt zie je dat hij een uitstekende visser is want hij komt vaak met een prooi boven water.
Als hij dan ook nog even op een tak boven het water plaatsneemt kan je alleen maar tevreden zijn.
Het blijkt dan wel lastig om te zeggen of het nu een zwartbuikwaterspreeuw is, 
zoals op waarneming.nl wordt gemeld, of een roodbuikwaterspreeuw.

Maar daarmee houdt het nog niet op, want later in de maand zag ik hem weer:
De waterspreeuw komt dan ook nog wel weer een keer terug op mijn blog.

woensdag 21 februari 2018

La Palma - vogels

Tijdens onze vakantie op la Palma viel het aantal soorten vogels mij niet mee.
Over de soorten die ik heb gezien ben ik wel heel tevreden.
Het was bij enkele soorten dan ook een flinke opgave om een selectie te maken zodat ik hier niet teveel zou laten zien.

De soort waarmee ik ben begonnen is de Canarische tjiftjaf, waarvan er iedere dag in de aloë arborescens voor en naast ons huisje een aantal naar voedsel kwam zoeken.
Ze zaten geen moment stil maar boden mij uiteindelijk kansen genoeg.
De omgeving oogt hier wel wat rommelig maar dit is wel de omgeving waar de vogeltjes zich voornamelijk ophielden.
De oranje bef hebben de tjiftjafs niet van zichzelf maar de kleur wordt veroorzaakt door stuifmeel van de bloemen.
Toch hielden ze onbewust wel een beetje rekening met mij door af en toe ook op mooie plaatsen te gaan zitten.
Als de zon onderging werd het licht steeds warmer.
Kort voor zonsondergang was het licht op zijn warmst .
Dit beeld was hiervan een sprekend voorbeeld. 
De Berthelot's pieper heb ik op twee verschillende plaatsen gezien.
Deze platen zijn gemaakt in het vulkanische landschap in de omgeving van Roque Teneguia, in het zuidelijkste deel van het eiland.
Het was een meevaller dat hij niet erg schuw was.
Wellicht ging hij hier vaker op de foto, want hij bleef heel ontspannen een tijdje poseren.
Steenlopers komen graag naar de zoutpannen van Faro de Fuencaliente.
Het blijft mij een raadsel hoe er zowel planten in het zoute water konden groeien als dat steltlopers hier voedsel konden vinden.
Het kleed van deze steenloper wijkt wel af van het kleed van de steenlopers die je vaak bij de Zuidpier van IJmuiden ziet.
Draagt hij nog zijn jeugdkleed?
Bonte strandlopers voelden zich daar ook al helemaal thuis.
Ze blijken hier jaarlijks te overwinteren.
De lichtval was niet ideaal.
Helaas kon ik geen betere positie vinden, want het is verboden om tussen de zoutpannen te lopen.
Zout water of niet, de strandlopers houden wel van een hartige hap.
Op de Canarische eilanden hoop je natuurlijk ook kanaries te zien en te horen.
Dat gebeurde dan ook enkele dagen achtereen.
Ze smulden van de rode vruchtjes.
Tussen het eten door vlogen ze soms allemaal naar de naburige struiken.
De beelden hiervan zijn minder mooi dan degene die ik hier laat zien.
Ik kon ze rustig volgen want ze  voelden dat ze op een veilige afstand van mij zaten.
Vlakbij zat een torenvalk in een palm, zoals ik in een eerdere post al heb laten zien.
Canarische eilanden, je weet wel waarom.

Afhankelijk van wat ik in februari en maart nog in de natuur om mij heen te zien krijg kom ik misschien nog een keer op deze reis naar La Palma terug.
De natuur is er mooi genoeg voor.

woensdag 14 februari 2018

IJmuiden Zuidpier - 6 februari 2018

De vooruitzichten voor 6 februari waren goed : enkele graden onder nul, zonnig en windkracht 3.
Op de kou kan je je kleden, kortom, tijd om weer eens naar de Zuidpier te gaan.
Bij het begin van de pier, vlakbij het vuurtorentje van Seaport Marina, zie je nog wel eens oeverpiepers.
Voor de verandering zat er één nu eens niet op de rotsblokken maar op het vlakke gedeelte.
Niet veel later zat er één op een gunstig punt in de zon.
Zo'n kans geven ze je niet vaak.
Op weg naar de pier was ik over het strand gelopen in de hoop sneeuwgorzen te zien.
Er was geen spoor van ze te bekennen.
Toen ik over de pier liep zag ik o.a. ijs op het strand in de buurt van de waterlijn.
Dat vond ik wel een plaatje waard, dus klauterde ik van de pier over de rotsblokken omlaag om eens op het strand te gaan kijken. 
Dit soort beelden zie je er niet zo vaak.
Iets verderop stond een groepje steenlopers wat te kleumen.
Voor deze kou waren ze juist uit bijvoorbeeld IJsland gevlucht.
Lange tijd was er nauwelijks beweging te zien, totdat ze er plotseling met zijn allen vandoor gingen.
Nadat ik weer terug gegaan was naar de pier  zag ik om mij heen maar bar weinig interessants.
Eigenlijk was het een beetje saai en haast slaapverwekkend, zoals de aalscholver blijkbaar ook vond.
Enkele keren zag ik een zeehond, meestal tamelijk ver weg.
Er waren zelfs korte tijd enkele bruinvissen te zien, maar verder was het erg rustig.
De westkant van de pier bleek populair bij steenlopers en drieteenstrandlopers die er in groten getale naar voedsel zochten.
Aan de zeekant hadden ze weinig last van de toch wel koude oostenwind.
Nadat ik aan het eind van de pier om de vuurtoren was gelopen zag ik op de terugweg zowaar een zwarte zee-eend.
Dat was een meevaller.
Lange tijd bleef hij wat ver van de pier weg maar gelukkig kwam hij korte tijd wat dichterbij.
Dan voel je de kou ook gelijk wat minder.
Op weg naar de parkeerplaats ben ik weer langs de duinenrand gelopen in de hoop nu wel sneeuwgorzen te zien.
Ze waren er met zijn zessen.
Ze bleven tot mijn plezier op korte afstand van mij in het zand naar iets eetbaars zoeken.
Ze kwamen nu veel dichterbij dan eerdere keren deze wintermaanden.
En dan wordt er gezegd dat dit zulke vriendelijke vogeltjes zijn!
Ik lag op een beschutte plek in de zon op het zand.
De sneeuwgorzen kwamen steeds dichterbij,  tot op ca. 1 meter.
Ik kon zelfs niet meer scherp stellen met mijn 400 mm lens.
Wat een ervaring!
Mooier kan ik het deze wintermaanden met sneeuwgorzen niet meer treffen.
Wat zou het mooi zijn om er op deze manier één in zomertenue te zien.
Ik ben bang dat ik daarvoor weer naar IJsland moet gaan.